Chinese ‘goddelijke’ auto’s jagen de VS de stuipen op het lijf

Posted in Advertising

In het Chinese Fangshan vindt een revolutie plaats waar ze in de VS voor vrezen: zelfrijdende auto’s die werken op het nieuwste mobiele netwerk 5G. Is dit het einde van de Amerikaanse dominantie?

Een kleine sensor onder de voorbumper en twee antennes op het dak: meer is het niet, zo op het eerste gezicht, dat de witte sedan op het testcircuit van Fangshan van een gewone wagen onderscheidt. Maar de E260 van het Chinese automerk BAIC is geen normale auto. Dit is de toekomst van de zelfrijdende auto, aldus de Chinese overheid, de revolutie op wielen. En dat allemaal dankzij 5G.

De plaats waar die revolutie moet plaatsvinden, is Fangshan, een buitendistrict van Peking. Hier werd in september vorig jaar het eerste open testcircuit van China voor zelfrijdende auto’s met 5G-verbinding geopend. Een vierbaansweg van 2,2 kilometer, volgehangen met sensoren en camera’s en uitgerust met slimme verkeerslichten. En het belangrijkste: elke vijfhonderd meter een zendmast van telecombedrijf Huawei, met supersnel 5G-signaal.

Waren de eerste generaties zelfrijdende auto’s gericht op het nabootsen van een menselijke chauffeur, met camera’s ter vervanging van ogen, hier in Fangshan wordt gemikt op alziende auto’s. Zij krijgen live verkeersinformatie van de straatsensoren en -camera’s en van de verkeerslichten, waarmee ze via 5G in verbinding staan. Zo zien ze niet alleen de auto voor zich, maar al het verkeer zo ver als ze dat willen. Ze hebben als het ware, aldus de krant Beijing News, een ‘goddelijk perspectief’.

“Normaal kan een zelfrijdende auto tweehonderd meter voor zich uitkijken’, zegt Wang Haitang, een medewerker van het Fangshan-testcircuit. “Maar onze auto’s zijn verbonden met het netwerk en ze weten al op een kilometer afstand of het verkeerslicht op groen of rood zal springen, hoeveel tijd ze nog hebben en of ze moeten versnellen of vertragen. Ze zien niet alleen voor zich, maar weten ook wat er om de hoek gebeurt. Ze overzien de hele situatie.”

BEDRIJVEN STAAN IN DE RIJ

Het testcircuit in Fangshan – ooit een gebied van staal- en chemiefabrieken, nu mee op de kar gesprongen van de hightech – is gefinancierd door de lokale overheid, in samenwerking met de telecomprovider en het staatsbedrijf China Mobile. Chinese auto- en techbedrijven mogen hier gratis hun zelfrijdende voertuigen testen. Naast automerk BAIC zijn onder meer e-commercebedrijven Jingdong en Alibaba en taxidienst Didi hier geregeld aan het experimenteren.

De gratis testinfrastructuur toont hoeveel belang de Chinese overheid hecht aan 5G, dat honderd keer sneller is dan 4G en tal van nieuwe industriële toepassingen mogelijk maakt. De vijfde generatie mobiel internet is een prioriteit in het dertiende vijfjarenplan en in het subsidieprogramma Made in China 2025. Tegen eind dit jaar zouden veertig Chinese steden 5G moeten hebben en tegen 2025 zou heel het land gedekt moeten zijn. Daarmee loopt China wereldwijd voorop.

Maar China’s koppositie leidt ook tot spanningen met de Verenigde Staten, die in het 4G-tijdperk onbetwist leider waren en die positie nu ineens moeten delen. De Amerikaanse overheid vreest dat het Chinese telecombedrijf Huawei zijn rol in 5G-netwerken zal misbruiken om voor Peking te spioneren of cyberaanvallen uit te voeren. Om dat te voorkomen, vaardigde het Amerikaanse ministerie van Handel recentelijk een verbod uit om nog Amerikaanse onderdelen te leveren aan Huawei.

Als Huawei afgesneden wordt van Amerikaanse hightech, dan zou dat het bedrijf en China’s uitrol van 5G in problemen kunnen brengen, en daarmee indirect de ontwikkeling van de Chinese zelfrijdende auto’s. Op het testcircuit wil Wang Haitang er liever niet veel over zeggen – dit onderwerp ligt in China gevoelig. Ze houdt het bij een kort maar zelfverzekerd: “Het zal geen impact op ons hebben. We doen al ons onderzoek en ontwikkeling zelf.”

HANDEN OP DE KNIEËN

Daarvoor hoeven ze in Fangshan niet eens ver te kijken. Het 5G-testcircuit loopt in een lus rond een industriepark voor hightechbedrijven, waar naast aan zelfrijdende auto’s ook aan robots en elektrische batterijen wordt gewerkt. Op het parkeerterrein zoeven voortdurend autonome autootjes van de Chinese start-up Uisee voorbij. Achter het stuur zit voor de zekerheid een reservechauffeur, met de handen op de knieën.

“Wij kijken er niet meer van op”, zegt Wang. “De eerste keer in zo’n auto voelt het wat onwennig. Zeker als de auto niet vertraagt voor een rood licht, omdat hij al weet dat het licht op groen zal springen. Maar eens je het geprobeerd hebt, ben je om. Je weet dat deze auto’s veel betrouwbaarder zijn dan een mens. Als een mens met zijn ogen knippert, duurt dat 150 tot 200 milliseconden, terwijl de vertraging van een 5G-signaal minder dan 10 milliseconden is.”

Het is de vraag of al die 5G aangedreven auto’s geen problemen opleveren voor de privacy. Om de zelfrijdende auto’s goed aan te sturen, leggen de sensoren en camera’s de positie en snelheid vast van alle andere auto’s op de weg, inclusief merk, type en nummerplaat. Dat zet de deur open voor privacy-inbreuken en – in het geval van China – verregaande overheidscontrole.

Sun Xiaomeng, lid van het managementteam van het Fangshan-testcircuit, zegt in deze fase niet bezig te zijn met dergelijke vragen. “Op dit moment zijn het vooral de autobedrijven die om privacy vragen. In deze tijd van big data wil iedereen hun testresultaten. Maar we hebben met elk van hen een geheimhoudingscontract gesloten.”

Ook Wang Haitang wuift het probleem weg, op typisch Chinese wijze. “Technische vooruitgang is belangrijker. Ik denk niet dat ik iets te verbergen heb.”

 

Met dank aan Demorgen.be